Additieven en E-nummers

Wat zijn E-nummers?

In de Europese additievenverordening zijn additieven zo gedefinieerd: “elke stof, met of zonder voedingswaarde, die op zichzelf gewoonlijk niet als voedsel wordt geconsumeerd en gewoonlijk niet als kenmerkend voedselingrediënt wordt gebruikt, en die voor technologische doeleinden bij het vervaardigen, verwerken, bereiden, behandelen, verpakken, vervoeren of opslaan van levensmiddelen bewust aan deze levensmiddelen wordt toegevoegd, met als gevolg, of redelijkerwijs te verwachten gevolg, dat de stof zelf of bijproducten ervan, direct of indirect, een bestanddeel van die levensmiddelen worden”.

Momenteel zijn de volgende categorieën van additieven gedefinieerd in bijlage I van de verordening: zoetstoffen, kleurstoffen, conserveermiddelen, antioxidanten, draagstoffen, voedingszuren, zuurteregelaars, antiklontermiddelen, antischuimmiddelen, vulstoffen, emulgatoren, smeltzouten, verstevigingsmiddelen, smaakversterkers, schuimmiddelen, geleermiddelen, glansmiddelen, bevochtigingsmiddelen, gemodificeerde zetmelen, verpakkingsgassen, drijfgassen, rijsmiddelen, complexvormers, stabilisatoren, verdikkingsmiddelen, meelverbeteraars, contrastverhogers. Deze categorieën zijn gedefinieerd in bijlage I van de additievenverordening.

Additieven worden aan voedingsmiddelen toegevoegd om de eigenschappen van een product vanuit technologisch of commercieel oogpunt te verbeteren of te veranderen. Zij hebben geen voedingswaarde. Additieven zijn pas toegelaten wanneer verschillende wetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat de toepassing ervan geen gezondheidsrisico’s oplevert. Als bewijs van wettelijke toelating krijgen zij een E-nummer. De warenwetgeving bepaalt ook in welke producten bepaalde additieven mogen worden gebruikt en in welke hoeveelheden. Bovendien mag een additief alleen worden toegevoegd als het technisch noodzakelijk is en er geen andere methode is om het gewenste effect te bereiken. Het gebruik van additieven mag ten slotte niet misleidend zijn ten aanzien van de aard van het product. In de ingrediëntenlijst op het etiket worden additieven vermeld met hun volledige naam of met hun overeenkomstig E-nummer. Producten met additieven die niet in Europa zijn toegelaten, mogen niet worden geïmporteerd en verkocht in Europa en dus ook niet in België.

E-nummers hebben betrekking op additieven in de voeding. Over additieven bestaan nog veel misverstanden. Van additieven wordt vaak gedacht dat ze hyperactiviteit bij kinderen veroorzaken, dat veel mensen er allergisch voor zijn (dit is alleen voor een aantal individuen waar), dat ze kankerverwekkend zijn en dat ze onnatuurlijk en dus ongezond zijn. Sommigen menen zelfs dat je van E-nummers dik wordt. Er zijn lijsten met E-nummers in omloop die verkeerde informatie verschaffen. De enige juiste E-nummertabel is degene die door de Europese Unie is opgesteld en in de warenwetgeving is opgenomen.

• antioxidant: citroenzuur • antioxidant (E330) • antioxidant: citroenzuur (E330) Veel consumenten staan argwanend tegenover deze stoffen. Om toegepast te mogen worden, moeten additieven aan strenge eisen voldoen. De stoffen zijn/worden uitgebreid getest en er kan gesteld worden dat het hier gaat om de best onderzochte stoffen in onze voeding. Additieven mogen ook niet zomaar worden toegevoegd, per additief wordt gekeken wat de mogelijke toepassingen zijn en wat de maximale dosis is die toegepast mag worden. Stoffen die veilig zijn bevonden voor de vastgestelde toepassingen kunnen een E-nummer krijgen. Dit nummer is feitelijk een kwaliteitskenmerk, het geeft aan dat de stof goed is onderzocht in de gebruikte toepassing. Producten met additieven die niet in Europa zijn toegelaten, mogen niet geïmporteerd en verkocht worden in Europa en dus ook niet in België.

Additieven worden gerangschikt per groep volgens de functie die zij vervullen en hebben allemaal een code (E-nummer) die van kracht is in alle landen van de Europese Unie (vandaar de E). Stoffen met een E-nummer zijn goedgekeurd en veilig bevonden door de EU. Men mag bij het vervaardigen of bereiden van voedingsmiddelen vastgestelde voorwaarden (positieve lijst).

FAQ

Welke additieven zijn er?

De belangrijkste soorten additieven zijn:
  • kleurstoffen.
  • bewaarmiddelen.
  • antioxidanten.
  • emulgatoren.
  • geleermiddelen.
  • verdikkingsmiddelen.
  • smaakversterkers.
  • zoetstoffen.

Wat is de betekenis van additieven?

Toevoeging. Stof die aan een product (voedingsmiddel) wordt toegevoegd om de werking of een bepaalde eigenschap te bevorderen, bv. de smaak, de geur, het uiterlijk of de houdbaarheid. Sommigen additieven zijn hulpmiddelen bij het productieproces en kunnen als reststof nog in het voedsel aanwezig zijn.

Wat zijn de slechte E-nummers?

Enummers zijn stoffen die worden toegevoegd om eigenschappen van voedingsmiddelen te verbeteren. Voorbeelden zijn kleurstoffen, smaakversterkers en conserveermiddelen. Enummers kunnen worden gewonnen uit de natuur of kunstmatig worden gemaakt in een fabriek.

Leave a Reply